WANDELING 3: Geluidsoverlast
De afgelopen twee weken heb ik mijn aandacht vooral op twee dingen gericht. Het tweede ding was spiegologie, een term van Willem de Ridder. Zijn filosofie komt er in het kort op neer dat de wereld om je heen altijd je overtuigingen en gedachten weerspiegelt. Als jij denkt dat iets je nooit zal lukken, zal het je nooit lukken. Als jij denkt dat mensen in Tietjerkstradeel onaaardig zijn, zul je daar onaardige mensen ontmoeten.
Het eerste ding waar ik mee bezig was, was een stukje schrijven naar aanleiding van de actualiteit. Trump, Sylvana Simons en Geert Wilders mochten de afgelopen weken de hoofdrol spelen met betrekking tot grote thema’s als discriminatie, democratie, racisme en vrijheid van meningsuiting. Ik heb daar allerlei ideeën bij. Maar ik kreeg de woorden niet op de juiste manier op papier. In mijn hoofd is het alsof de Top 2000 in soundbytes langs komt; druk, lawaaiig en geen gedachte of redenering maak ik af. Eigenlijk roepen al die gedachten vooral steeds weer nieuwe vragen op.
De enige gedachte die stand houdt is de gedachte dat moderne media als Facebook en Twitter als een klankkast met echo werken voor elke mening die de wereld in geslingerd wordt. Met zoveel volume en zoveel volgers lijken mensen het recht om gehoord te worden dezer dagen te verwarren met het recht om gelijk te krijgen.
Door al dat lawaai kun je jezelf toch niet meer horen? Misschien zou het goed zijn als mensen de stilte eens opzochten, de stilte in zichzelf of in de natuur. Eens luisteren naar het geluid van hun hartslag en naar het ruisen van hun eigen bloed….
Als ik weer vastloop in mijn “stukje” besluit ik dat het ook in mijn hoofd stil moet worden. Ik ga de natuur in. Dit keer kies ik voor een iets gecultiveerder stuk natuurschoon waar bos, weide en water elkaar afwisselen. Het is een koude zonnige dag. Tot mijn ontzetting zie ik bij aankomst heel veel auto’s staan. De kans op stilte wordt daarmee niet groter, realiseer ik me. Tijdens het eerste stuk van mijn wandeling lopen er twee vriendinnen met honden achter me. Opgewonden en met net te veel volume wisselen ze de nieuwtjes van de buurt en hun gezin uit. Ik zet de pas erin om ze buiten gehoorsafstand te krijgen. Dat lukt, maar even later stuit ik op een hondenklasje van een stuk of acht baasjes met hun jonge enthousiast blaffende viervoeters. De trainer heeft diverse instrumenten ter beschikking om over het hele veld alle baasjes en honden te kunnen bereiken, waaronder een schelle stem en een al even schelle fluit. Ik spoed mij dus maar gauw weer verder. Nu lijk ik op een rustiger stuk te komen. Maar dan vliegt er een helikopter een tijdje rondjes boven dit stukje natuurschoon. Op de terugweg kom ik pas echt in een oorverdovend lawaai terecht: een stuk of vier kleine tractoren zijn bezig de wandelpaden opnieuw van zand te voorzien en kleine walsmachines rollen het aangebrachte zand plat. Ik kan niet anders dan een glimlach onderdrukken als ik me realiseer dat hier spiegologie aan de orde is. Als ik vind dat de hele wereld veel te veel lawaai maakt, dan zal de hele wereld ook veel te veel lawaai maken!
Thuis zet ik harde muziek op als ik ga zitten om dit stukje te schrijven. Juist als ik de laatste zin schrijf is het nummer afgelopen.