GOEDE VRAAG!
Mijn dochter doet dit jaar eindexamen VWO. Gisteren aan tafel zei ze: “Mam, stel dat ik nou straks mijn eindexamen gehaald heb, dan is dat allemaal wel goed en zo, maar dan weet ik nog steeds helemaal niks over hoe ik moet leven.” Ik vraag haar wat ze precies bedoelt en aarzelend antwoordt ze “Nou, ik kan bijvoorbeeld niet echt koken en ik weet ook niet zo goed hoe je schoon moet maken.” Met “O, maak je geen zorgen, dat zijn allemaal dingen die je vanzelf leert als ze eenmaal op je bordje komen” wuif ik haar zorgen weg. “Maar mam,” vervolgt ze “dan ga ik studeren en zo, en dan moet ik daarna een goede baan vinden, maar waarom moet dat eigenlijk allemaal? Als ik in een hutje op de hei ga wonen met een kip en een krop sla in mijn tuin, dan leef ik toch ook?” “Jazeker” beaam ik “en als jij denkt dat dat leven je beter past, is het okay om daarvoor te kiezen.”
Onder druk van alle verwachtingen uit haar omgeving, maar zeker ook onder druk van de verwachtingen die ze zelf over het leven heeft, zal mijn dochter waarschijnlijk niet voor de optie van het hutje kiezen.
Maar ze kaart wel iets aan dat mij bezig houdt. Want wat is het antwoord op die vraag “hoe te leven”? Wanneer is een leven waardevol? En is dat überhaupt een vereiste? En zo ja, is er dan ergens een autoriteit die scoreformulieren van iedereen bijhoudt?
Misschien zijn het vragen die in me opwellen als ik naar de huidige maatschappij kijk waarin iedereen besmet is met het streef-virus. Nooit is de baan goed genoeg, het huis groot genoeg, de vakantie ver weg genoeg, de vriendenkring groot genoeg, nooit zijn de uitstapjes spectaculair genoeg.
Mijn generatie is denk ik opgegroeid met het idee dat als we ons best deden, er voor werkten, ons in de strijd zouden gooien, wij het in alle opzichten verder zouden schoppen dan onze ouders. We zouden succes hebben en meer welvaart dan zij. Als we het levensspel volgens deze spelregels zouden spelen, zouden we een geslaagd en vervuld leven leiden.
Na 1989, het jaar dat de muur viel en ik afstudeerde, leek dat een hele tijd bewaarheid te worden. We dachten dat alles goed zou komen, dat democratie en vrije markt absoluut de beste systemen waren voor de wereld. Evolutionaire biologie en neoliberaal kapitalisme ontmoetten elkaar in de veronderstelling dat alles altijd moet groeien en beter kan. Die veronderstelling lijkt niet alleen in onze maatschappij te zijn gaan zitten, maar ook in ons lijf. Dankzij de “er-is-altijd-iets-om-naar-te-streven-stand” slaagden we wel, maar konden geen vervulling vinden, want vandaag is nooit goed genoeg. Dus blijven we als bezige bijen almaar druk in de weer om de honingraten vol te proppen met ervaringen. Invulling in plaats van vervulling.
Maar wellicht vinden we die vervulling niet omdat de spelregels inmiddels veranderd zijn. Want wat zijn die regels in een wereld waarin duidelijk is geworden dat groei eindig is, hulpbronnen uitgeput raken, mensen op de vlucht slaan en solidariteit niet vanzelfsprekend is? Mijn dochter is opgegroeid met enig besef van al deze dingen en waarschijnlijk weerspiegelde haar vraag precies dàt besef. Misschien is ze op zoek naar de nieuwe spelregels? In navolging van Jan Terlouw hoop ik dat de komende generatie die zal ontwikkelen, zodat deze een ander perspectief op het leven zal krijgen. Bijvoorbeeld dat van de slak in plaats van dat van de bij.
Maar misschien ook zijn die “hoe te leven vragen” typische vragen die je jezelf stelt als je rond de vijftig bent. Je reflecteert op jezelf, je verleden en je toekomst. Welke spelregels gelden eigenlijk als ik op mijn eigen kompas vaar? Hoe zou mijn eigen scoreformulier voor het leven eruit zien? Ga ik dan voor “een rijk gevuld leven” of ben ik dan toch meer als die visser die, na zijn maaltje gevangen te hebben, gewoon gaat genieten van de zon en de zee?
Ik weet het niet, eigenlijk ben ik in mijn antwoord op de vraag “hoe te leven” nog niet veel verder gekomen dan “adem halen”. Dat lijkt een open deur, maar telkens als ik bewust adem haal word ik me ook weer bewust van het wonder dat het leven is. En dat is een waardevolle ervaring die ik met regelmaat probeer op te zoeken. In dat hutje op de hei bijvoorbeeld, kijkend naar bijen en slakken.