Gelijke kansen leiden niet tot gelijke uitkomsten, kan het basisinkomen helpen?
Maart 2019
In de jaren ’70 en ’80 van de vorigen eeuw groeiden we op met het idee dat we ons lot in eigen hand hadden. De democratie beloofde ons gelijke rechten en kansen en voldoende vrijheid om onze eigen keuzes te kunnen maken. Het kapitalistisch systeem ondersteunde eigen initiatief en ondernemerschap, dus met een beetje hard werken lag voor eenieder een goed leven in het verschiet. Als samenleving zouden we steeds dichter naar een ideale samenleving groeien. Met de val van de muur in 1989 en de ineenstorting van communistische staten, leek te worden bevestigd dat onze idealen en systemen inderdaad de beste keus waren. Fukuyama meende daarom zelfs het einde van de geschiedenis te kunnen aankondigen.
Inmiddels zijn we dertig jaar verder en blijken onze ideale systemen toch wel allerlei mankementen te kennen. Het kapitalisme schoot door naar neoliberalisme met een aantal maatschappelijk ongewenste gevolgen. Veel publieke zaken kwamen in private handen, waardoor bijvoorbeeld in de gezondheidszorg maar ook in onderwijs een kloof dreigt te ontstaan tussen hen die zich meer kunnen veroorloven en hen die het met een gewoon inkomen moeten doen. Denk aan de wildgroei van huiswerkbegeleiding, privéklinieken ed. Gelijke kansen blijken dus niet in alle gevallen te leiden tot de gewenste gelijkheid en tot grotere welvaart voor iedereen.
Ook als het om inkomens- en vermogensgroei gaat, zien we steeds grotere kloven ontstaan. De factor arbeid levert gemiddeld een normaal inkomen op (hoewel in sommige bedrijven de verschillen tussen de directie en laag geschoolden werknemers schokkend is). Het echte geld echter wordt verdiend met kapitaal. Als je eenmaal geld hebt kun je met dat verdiende geld beleggen, onroerend goed kopen e.d. zodat je vermogen enorm toeneemt. De gewone werknemer kan zijn vermogen via de spaarrekening echt niet meer zien groeien, ook al werkt hij nog zo hard. Gelijke kansen zijn ook op dit gebied dus een illusie gebleken, er blijken wel degelijk verliezers te zijn ontstaan in dat ooit zo veelbelovende systeem. En terwijl de winnaars rustig in hun eigen bubbel blijven genieten van de vooruitgang die zij persoonlijk geboekt hebben roeren de verliezers zich. Maar op dit moment kunnen zij slechts hun toevlucht nemen tot reactionaire stromingen waarbij vijanden worden gecreëerd die er in werkelijkheid niet zijn.
De belangrijke pijlers van de democratie zijn vrijheid en gelijkheid. Missend in dit klassieke beeld is wat mij betreft de factor solidariteit. In een succesvolle democratie moet je wel met z’n allen vooruit willen en niet in je eentje. In een maatschappij waarin mensen elkaars concurrenten zijn geworden en de politiek drijft op het creëren van vijandbeelden is solidariteit ver te zoeken. Dat zet de democratie onder druk.
Toch zullen we een gezamenlijk antwoord moeten vinden op zaken die in de nabije toekomst voor onze maatschappelijk deur staan.
Een factor om rekening mee te houden bij het vormgeven van die toekomst is de technologische ontwikkeling. Zowel robotisering als artificial intelligence zullen veel banen doen verdwijnen, en dankzij dat laatste zullen dat ook banen zijn van hoger opgeleiden. Te denken valt aan werk van juridische assistenten of junior advocaten, hun research zal efficiënter en goedkoper gedaan worden door geavanceerde en zelflerende searchengines.
Een ander toekomstperspectief dat angst aanjaagt is de toenemende vergrijzing en de bijbehorende stijging van zorgkosten. Zorg kan vooralsnog maar ten dele worden overgenomen door robots. De vraag is ook maar of we dat als samenleving willen. Stel je voor dat je over dertig jaar in een bejaardentehuis zit en dat je enige gesprekspartner een computer is.
Dezelfde vragen kun je stellen bij in andere werkzaamheden. Ook het opvoeden en lesgeven van kinderen, het schoonmaken van je huis en kantoor, het koken van een maaltijd, het zijn allemaal dingen die we altijd zullen moeten blijven doen. En zijn dat niet ook juist de werkzaamheden die grote maatschappelijke waarde toevoegen, al worden ze op dit moment economisch belabberd beloond?
Hetzelfde zou je kunnen zeggen over mantelzorg, vrijwilligers- en verenigingswerk. Veel van dat soort werk geeft smoel aan de nabije samenleving van burgers. Ook dat wordt economisch niet beloond en het is voor veel verenigingen steeds moeilijker om voldoende mensen te vinden om de club draaiende te houden.
Voor zover duidelijk is geworden dat de vrije markt niet overal werkt, wordt getracht de negatieve effecten daarvan te reguleren middels allerlei controles en regels. Dat leidt om zijn beurt weer tot heel veel onzinnig werk. En mensen die dat soort werk doen (bullshit jobs), krijgen geen enkele voldoening uit dat werk, zo onderzocht socioloog David Grueber.
Er zijn grotere ideeën nodig dan de reactionaire populistische of de corrigerende traditionele liberaal democratische ideeën. Een utopie misschien zelfs, een verhaal waarin mensen kunnen worden meegenomen. Het basisinkomen zou een belangrijk hoofdstuk in zo’n verhaal kunnen zijn.
Een basisinkomen betekent een salaris van ongeveer 120% van het minimum loon, zodat mensen daar daadwerkelijk op een redelijke manier van in hun onderhoud kunnen voorzien. Als je daarnaast werkt krijg je daarvoor betaald, net zoals nu het geval is. Maar ook werken wordt dan een keus. Een veel vrijere keus dan nu. Natuurlijk moet iedereen in de samenleving wel kunnen leven, er zullen dus goederen en diensten geproduceerd moeten worden. Te verwachten valt dat er genoeg mensen zijn die dat nog steeds willen doen, ook al hebben ze al een inkomen. Voor velen is werk een gewenste levensinvulling. (Voor allerlei voorbeelden en bewijzen hiervan, en lees Gratis geld voor iedereen van Rutger Bregman.) Er zullen dus ook bedrijven zijn die winst blijven maken. Die winst zou zwaarder belast kunnen worden om een basisinkomen te kunnen betalen. Dat moet in de toekomst mogelijk zijn omdat door robotisering en artifical intelligence behoorlijk op loonkosten zal kunnen worden bespaard.
Via een basisinkomen is het ook gemakkelijker om sociaal ondernemerschap te stimuleren en realiseren, als tegenwicht voor de puur door winstoogmerk gedreven bedrijvigheid. Sociaal ondernemerschap biedt kansen aan nieuwe (sociale) initiatieven, opereert vaak met meer oog voor de menselijke maat en het milieu en zal mogelijkheden scheppen voor meer invloed op de (inrichting van) de nabije omgeving van burgers.
Als wij, behalve gelijke kansen, ook meer gelijke uitkomsten willen voor iedereen, als wij meer macht willen voor werknemers en als we meer ruimte willen voor echt zinvol en menselijke werk, dan is het basisinkomen een nuttig instrument.
En misschien nog belangrijker: met een basisinkomen kunnen we een maatschappij gedreven door wantrouwen misschien omvormen tot een samenleving die gedreven wordt door positief geloof in de medeburger.
Comments