SCHRIJVEN IN TIJDEN VAN CORONA (week 4)
Zondag 5 april SPELEN 2
Wat een prachtige dag vandaag! Dit weekend had de tenniscompetitie moeten beginnen. Ik mis het spelletje. Daarom hebben we gister de tafeltennistafel uit de mottenballen gehaald. De anderhalve meter afstand is daarbij geen probleem, dus de buren konden ook meedoen.
Die afstand is trouwens voor tennis ook geen probleem, maar helaas, ook tennisclubs blijven voorlopig gesloten. De KNLTB hoopt de competitie alsnog vanaf 7 mei te kunnen gaan spelen. Volgens hen is de competitie het hoogtepunt van het tennisseizoen. Maar met deze oplossing komen allerlei toernooien in de problemen. Ik betwijfel of de KNLTB hier de juiste keuze mee zou maken; voor clubs zouden die toernooien wel eens belangrijker kunnen zijn dan de competitie. Bovendien, met competitie zit je vaak met een heel team in de auto naar je uit-club en zit je met twee teams bij elkaar aan de koffie en borrel. Toernooien speel je meestal in de buurt en je team bestaat hooguit uit twee. Dan lijkt het me een stuk makkelijker om die veilige afstand te kunnen bewaren.
Hoe dan ook, ik zou al heel blij zijn als we überhaupt weer mogen tennissen!
Na het pingpongen belanden we aan de borreltafel bij onze achterburen. Buiten en wederom met inachtneming van de anderhalve meter. Sterker nog, de gastvrouw heeft over de hapjes nagedacht: ieder krijgt een eigen bordje en bij elk hapje ligt een vorkje of lepeltje om mee op te scheppen zodat niemand met zijn handen de nootjes of andere hapjes hoeft aan te raken. “Daar is over nagedacht” complimenteer ik haar. “Maar ja, nu zitten we wel allemaal met onze handen aan diezelfde vorkjes” voeg ik er plagend aan toe. Dat lossen we lachend op, ieder krijgt twee eigen vorkjes, één om mee op te scheppen en eentje om het hapje mee in je mond te stoppen. Als we vervolgens weer druk in gesprek zijn betrappen we elkaar erop dat er toch gegoocheld wordt met de vorkjes. Er ontstaat een soort spel: elk keer als iemand per ongeluk het verkeerde vorkje voor het verkeerde doeleinde gebruikt is er wel iemand die roept: ”Piep, jij bent af!”
Heerlijk, weer eens zo’n gezamenlijk wijntje en geintje.
Maandag 6 april ONVOORSTELBAAR
Eén van de kenmerken van spel is dat de afloop niet bekend is. Zou je de afloop kennen “dan is ons verstand niet meer bezig met het spel van alle opties verkennen en aftasten, hypotheses bouwen en verwerpen, dingen uitproberen, exploreren, zonder op voorhand te weten wat eruit moet komen”. (Rob Martens, We moeten spelen blz. 115)
Als ik dit lees realiseer ik me weer hoe moeilijk het soms kan zijn om de uitkomst niet te kennen. Maar van het (niet-)weten van de wetenschappers heb ik genoeg gezien, ik ga nu liever op zoek naar profeten. Want deze situatie biedt mogelijkheden om opnieuw allerlei mechanismes die in de samenleving ingebakken zijn geraakt, te onderzoeken. Het is de kunst om die met een playfull mind te onderzoeken en niet direct terug te willen keren naar de oude situatie.
Zoals meestal biedt de VPRO het nodige tegenlicht in het gelijknamige programma van gisteravond. Daar spreekt o.a. trendwatcher Lidewij Edelkoort. Ze ziet in deze crisis een noodzakelijke omwenteling die al in de lucht hing. Daarbij worden beelden getoond van overvolle stranden, rjjen voor musea, en pleinen waar je over de hoofden kunt lopen. Veel mensen waren het al spuugzat, zegt ze. Een column die ik eerder schreef, waarin ik uitleg waarom ik vorige zomer niet met vakantie ging, schiet me te binnen. Als ik hem nu nalees is ie raak, al zeg ik het zelf.
Edelkoort ziet ruimte om de dingen anders te gaan aanpakken; omdat de productieketens onderbroken zijn is er ruimte om in de toekomst te kiezen voor andere methoden. Ze denkt dat deze crisis zal leiden tot the age of the amateur. Het zelf maken en zelf doen zal mensen gelukkig maken, denkt ze. Haar profetie spreekt me aan, ik denk ook dat veel mensen niet meer de vervulling kennen die je voelt als je iets gemaakt hebt.
Ik uitspraak brengt me ook bij het boek The Craftsmanvan de filosoof Richard Sennett,. Vakmanschap ziet hij als een deugd die ook vruchten afwerpt in de omgang met andere mensen. Twee vliegen in een klap dus. “The argument I’ve presented in this book is that the craft of making physical things provides insight into the techniques of experience that can shape our dealings with others. Both the difficulties and the possibilities of making things well apply to making human relationships. Material challenges like working with resistance or managing ambiguity are instructive in understanding the resistace people harbor to one another or the uncertain bounderies between people. I’ve stressed the positive, open role routine and practicing play in het work of crafting physical things, so too do people need to practice their relations with one another.” (The Crafstman, Richard Sennet blz. 289)
In de Nederlandse versie is practicing play vertaald als spelbeoefening. Spel, daar is het weer!
Alle uren dat mijn dochter keek naar de zogenaamde DIY-filmpjes op Youtube zie ik plotseling ook in een heel ander daglicht. Het begon destijds met filmpjes over de elastiekjes-rage (Loom), maar inmiddels kan ze bijvoorbeeld ook zelf haar haar verven en zich bijna net zo goed opmaken als een professional.
Over een playfull mind gesproken; tijdens het eten daagt diezelfde dochter ons uit. Ze vraagt of we iets nieuws kunnen verzinnen dat we ons niet voor kunnen stellen. Wat een heerlijke vraag! Ik noem een paar dingen die voorbij kwamen, ter inspiratie. Een nieuwe kleur, een nieuwe vorm neerslag, een nieuw zintuig, een nieuw geslacht.
De toekomst is nu net zo onvoorstelbaar. En onvoorspelbaar, ondanks de profeten.
Dinsdag 7 april LIJF
Het lijf slaat van alles op. Gelukkig maar, anders zouden we bijvoorbeeld niet kunnen leren tennissen. Soms leert het te snel: als ik bijvoorbeeld een tijdje in een vakantiehuis heb gezeten waar de schaar in de linker la ligt, dan grijp ik thuis de eerste dagen nog weleens mis, bij ons ligt ie in de rechter la.
De geest haalt ook wel eens geintjes met ons uit. Toen ik ooit weken bezig was met luizenvrij krijgen van één van de dochters, kon ik niet anders dan elke keer als ik iemand aan zijn hoofd zag krabben, denken: luizen! En zo vind ik het nu heel raar om te kijken naar scenes in series waar mensen elkaar een hand geven of elkaar omhelzen.
Maar ik mis het wel, dat je je enthousiasme over de ontmoeting niet kunt vertalen in een fysieke handeling.
In dezelfde Tegenlicht aflevering spreekt psychiater Dirk de Wachter over het gemis aan fysiek contact. Het prachtige woord huidhonger komt bij me op. Ik las dat woord voor het eerst in Intimiteit van Paul Verhaeghe, een boek over de hedendaagse relatie met het (eigen) lichaam. Later zag ik een mooi gemaakte en integere documentaire met dezelfde titel.
Fysiek contact is essentieel menselijk, zo zegt De Wachter. Mensen laten in deze crisis veel meer hun menselijke kant zien, en beseffen zich meer wat menselijkheid betekent. Hij hoopt dat dat besef na de crisis zal blijven hangen. En dat het respectvol vastpakken van de ander, het voelen van de huid –ook in me-too tijden- weer de betekenis zal krijgen die het heeft voor elk mens.
Ik pieker al een paar dagen over de vraag wie de laatste is geweest die ik omhelsd heb, buiten mijn gezin. Ik weet het niet meer.
Woensdag 8 april TALIG
In het kader van wat Richard Sennett zegt (zie maandag 5 april) zit onze jongste dochter qua onderwijs goed. Ze geniet vrije school onderwijs; leren met hoofd, hart en handen staat centraal in deze antroposofische onderwijsvisie. Zij kan koper slaan, manden vlechten, vilten, breien, hout bewerken en nog veel meer. Geweldig voor in die toekomst waarin we weer veel meer zelf gaan maken. Maar onder deze omstandigheden heb je meer aan leraren die met een PC en camera overweg kunnen.
Dit weekend hoorde ik jaloersmakende verhalen over andere scholen, die zo’n beetje alles up and running hadden in twee of drie dagen. Inclusief vaste mentormomenten en vaste communicatiemomenten met ouders. We zijn inmiddels drie weken verder en hebben afgelopen weekend de schoolbalans voor onze dochter eens opgemaakt. Ze heeft vorige week zegge en schrijve vier uur les gehad….
Zelf zag ze ook wel in dat ze echt een achterstand gaat oplopen, dus mag ik inmiddels een beetje helpen met plannen en met uitleg. Mijn kennis van de Duitse en Franse grammatica is ondertussen aardig verwelkt, maar Google kan dienst doen als Pokon en algauw komt het weer tot bloei. Ik leg uit, probeer grotere verbanden te leggen die als ezelsbruggetje kunnen dienen en kijk dingen na. Taal kan ook een mooi spel zijn, weet ik uit ervaring. Ook mijn dochter heeft dat ontdekt, ze maakt teksten maar ook woorden. Prachtig voorbeeld van zo’n woord: geluidelijk.
Donderdag 9 april LIVE
Zaterdagochtend kreeg ik een mail van The School of Life met daarin de aankondiging van een online live sessie op woensdagavond 8 april met Damiaan Denys, psychiater en filosoof. Angst heeft zijn speciale belangstelling, en met deze crisis is dat een actueel onderwerp. Ik bestelde onmiddellijk kaartjes, misschien zou daar iets gezegd worden dat ik op die televisie vol herhaling niet zou vinden. In het verloop van het weekend brak mijn klomp; Denys stond in meerdere kranten en op zondagavond verscheen hij bij Op1. Ik heb wel gelezen, maar niet gekeken in de hoop dat er woensdag dan nog iets nieuws te beleven zou zijn.
Inhoudelijk was dat maar ten dele zo. Maar het hele fenomeen van zo’n live online meeting was fascinerend. Er was een chatfunctie en een Q&A functie beschikbaar voor de 1300 attendees. De sessie werd technisch gemodereerd door een jonge vrouw die uitlegde waar de functies voor waren en hoe ze gebruikt zouden worden tijdens de sessie. Maar mensen luisteren en lezen niet, of zijn lui. Technisch kwam de sessie niet helemaal lekker uit de startblokken, waardoor de chat al snel vol liep met klachten over de vertraging die er zat tussen het live beeld en geluid. Vervolgens gingen allerlei mensen elkaar terecht wijzen: “Hou gewoon op met kijken en luister alleen”. Later klaagden mensen dat ze de chatfunctie niet uit beeld kregen –inderdaad leken alle attendees drukker met chatten dan met opletten- en begonnen te zeuren of ze het ook later terug konden kijken zonder die beeldverstorende chat. Die ze met hun berichtjes natuurlijk vooral zelf vulden.
Ik dacht dat mensen dezer dagen zoveel rustiger, geduldiger en aardiger waren geworden, maar dat bleek uit deze reacties niet.
Gelukkig maakte de inhoud wel iets goed. “Controle is een opperdeugd geworden” zegt Denys, en “in onze maatschappij ben je succesvol als je in control bent”. Woorden naar mijn hart, in eerdere columns schreef ik al over waar de illusie van maakbaarheid zoal toe leidt.
En zo belanden we vanzelf bij de actuele discussie van nu: kunnen we controle krijgen over de situatie middels een app? Ik twijfel; als ik eerlijk ben wil ik best wat privacy opgeven om vrienden weer live te ontmoeten en weer op een tennisbaan te staan. Anderzijds verzet ik me ook wel tegen die reflex om alles weer “onder controle” te willen krijgen…..en lukt dat überhaupt wel met zo’n app?
Vrijdag 10 april WEERSTAND
Voor het eerst sinds 15 maart verveel ik me vandaag. Gister werd ik met behoorlijke keelpijn wakker. Daarom mag ik nu die kleine boodschap die de dag breekt niet doen. Een flinke wandeling of sportsessie doe ik ook niet omdat ik denk dat dat mijn weerstand geen goed zal doen. En omdat ik me er niet fit genoeg voor voel, ik heb ook pijn aan mijn ledematen.
Ik was samen met een fotografe in de straat bezig met een project: zij maakt foto’s van de bewoners van elk huis in onze straat. Bij de foto’s schrijf ik, aan de hand van een kort interview met hen, een verhaaltje over hoe zij de crisis beleven. Maar met een toch net te dikke keel, ben ik ook hiermee gestopt. Zo kan ik ze niet interviewen, zelfs niet op anderhalve meter afstand. Maar ziek ben ik ook weer niet. In een onbestemde toestand zwerf ik van computer naar keuken, van bed naar tuin, van televisie naar boek. Maar niets kan me echt bekoren.
Ik bel met een therapeut uit het alternatieve geneeskunde circuit, waar ik al meer dan vijftien jaar kom. Ik ben ruim een jaar niet geweest, maar ben nieuwsgierig of hij de code van het virus al gekraakt heeft. En of hij weet waarom sommige mensen er zoveel meer last van hebben dan anderen. Ooit schreef ik voor hem zijn patiëntenfolder, dus ik ken zijn uitgangspunten en theorieën. Hij vertelt me dat dit nieuwe virus zeker binnen de range valt die hij met zijn methode kan bestrijden. Hij vraagt of ik ook niet weer eens moet komen voor een behandeling. Ik besluit voor vandaag in elk geval zijn aanbod af te wimpelen. Als ik nu echt ziek ben met welk virus dan ook, dan moet dat maar blijken en wil ik mijn eigen lichaam de kans geven om het op te lossen.
Maar de rest van de middag loop ik er toch nog een beetje over te tobben. Want was zijn aanbod nou die reddingsboei die ik af sla, of heb ik weerstand geboden aan de reflex om zo snel mogelijk het probleem op te lossen en weer in control te raken?
Zaterdag 11 april HOOP
We zouden vandaag die borrel inhalen bij vrienden, maar gisteravond begon ik er ook nog bij te niezen en de keelpijn is weliswaar anders dan gister maar weldegelijk nog aanwezig. Ik ben niet ziek, maar wel belabberd. Ik spendeer het grootste deel van de dag met de spelletjes die ik maandag van mijn telefoon had gehaald maar er vandaag weer op heb gezet. En ik bingewatch. La Casa de Papel trekt in razende vaart aan me voorbij.
Vriendinnen appen met de beste wensen voor Pasen. Als ik in het antwoord blijk geef van mijn malaise appen sommigen terug: “Beterschap! Hopelijk is het geen corona!” Ik weet niet wat ik hoop. Als het corona is, dan heb ik het maar gehad, bovendien voelt het suf om nu voor een ander onbenullig virus een paar dagen uit de running te zijn....Anderzijds, als het corona is dan kan het erger worden en daar zit ik natuurlijk ook niet op te wachten.
Bij Op1 zitten heren van het Radboud Ziekenhuis Nijmegen met het nieuws dat ze mogelijk iets hebben gevonden dat als medicijn kan dienen voor patiënten waarbij het virus ernstig op de longen slaat.
De cijfers van dodelijke slachtoffers en opnames op de IC blijven dalen.
Hoopvol nieuws, zo aan de vooravond van het feest dat een nieuw begin symboliseert.
コメント